Slissen/lispelen

Bij slissen wordt de /s/ (en vaak ook de /t/, /d/, /z/, /sj/ en /zj/) met de tong tussen of tegen de tanden uitgesproken. Soms wordt de tong zelfs zijwaarts tussen de zijtanden en kiezen geschoven. Dit kan komen door te slappe tongspieren, een open beet of te weinig beheersing van de tongmotoriek. Gebitscorrectie (operatief of met een beugel) heeft in het geval van de open beet of scheefstand van tanden alleen effect als het slissen wordt afgeleerd. Door de druk van de tong tegen de tanden, zal het gebit in rap tempo weer scheef gaan staan.

Er is vaak ook sprake van open mondgedrag en verkeerde tongplaatsing bij het slikken.

Sommige kinderen worden gepest als ze slissen, maar ook volwassenen kunnen er problemen van ondervinden.

Hoe helpt de logopedist?
De logopedist onderzoekt wat de oorzaak van het slissen is. Het onderscheid tussen een goede en een foutieve tongplaatsing wordt aangeleerd. Met mondmotorische oefeningen worden de spieren in de mond versterkt. Daarna wordt er gewerkt aan het uitspreken van de klanken met een juiste tongplaatsing. Het resultaat van de behandeling hangt af van de oorzaak van het slissen. 

Deze therapie wordt op de volgende locaties aangeboden: Maasbree, Helden en Beringe.

Samen mondmotorische spelletjes doen voor de spiegel.